Edward van de Vendel

Gelukkig, er is weer een boek van Jaco Jacobs, de Zuidafrikaanse auteur van wie we eerder (o.a.) de fijne leesboeken Een mooie dag om in een boom te klimmen en Dingen die ik niet over schapen wist konden lezen. En nog meer fijn nieuws: deze titel, Een meisje met vleugels, is ook weer vertaald door Tjalling Bos, een van mijn favoriete vertalers.  
Het gaat dit keer over twee kinderen, Wilson (typisch Jacobs-achtig detail: ze is naar een merk tennisracket genoemd) en Erroll, die een meisje met échte vleugels ontdekken. Dat is natuurlijk spectaculair, en spektakels kunnen bijna onmogelijk geheim blijven. Maar wat als het niet geheim blijven het meisje kan schaden? Wat als de ophef haar kan schaden? Maar ook: wil je als opgroeiend meisje wel geheim blijven?

In een lekker behapbaar avontuur, met net genoeg maatschappelijke ondergrond, maar vooral toch met veel spanning en leesbaarheid, voert Jacobs de kinderen en ons naar een prettige ontknoping. Een meisje met vleugels is daardoor (en door de tekeningen van Sophie Pluim) weer zo’n boek dat je heel veel kinderen in handen kunt geven.