Edward van de Vendel

Leestips • Kinder en jeugd

Een rugzak vol

Er schiet altijd een zonnetje omhoog aan de horizon als er een nieuw boek van Pieter Koolwijk en Linde Faas verschijnt. Zo ook bij Een rugzak vol. Hoofdpersoon is Obi, die ergens tussen zijn ruziemakende moeder en ruziemakende vader verdwaald is geraakt. Letterlijk: hij is op weg van de een naar de ander, maar hij heeft geen geld meer voor de trein, en het boek wordt daardoor een road trip door het Nederlandse land, met molens en festivals en ballonvaarten. Gelukkig hoeft hij die niet helemaal alleen af te leggen. Schilderes Babs en haar dochter Saar pikken hem op en bieden hem veiligheid. Maar het wordt vooral een echte road trip doordat Obi zijn eigen emoties en stemmingen beter leert kennen, en daardoor meer voor zichzelf op leert te komen. Koolwijk gebruikt daar een fijne metafoor voor: het rugzakje waar zoveel kinderen mee opgezadeld worden, in dit geval door de scheiding van hun ouders, bevat kleine wezentjes (een beetje Inside Out-achtig), die krimpen en groeien, naar gelang de emotie of de gemoedsgesteldheid die zij verbeelden in Obi aanwezig is. Linde Faas ververft ze prachtig, waardoor ze iets warms én krachtigs én grappigs behouden. Drie kenmerken die ook op dit hele boek van toepassing zijn!