Edward van de Vendel

Leestips • Kinder en jeugd

Vierentwintig seconden vanaf nu

‘Als dit boek doet wat het moet doen,’ schrijft Jason Reynolds in het nawoord, ‘dan is wat je voelt teder en oprecht.’ Niet slecht omschreven, want het boek dat volledig over liefde gaat en toewerkt naar die eerste, die allereerste keer ‘samenkomen’ (zo noemt de hoofdpersoon het), is zeker vertederend. Hoewel het een heel Amerikaans boek is qua setting, qua achtergrond en qua taalgebruik, overbrugt Reynolds de afstanden en de tijden gemakkelijk, want hij doet je werkelijk meeleven met de zeventienjarige Neon, die ongelooflijk verliefd is op Aria – en zij op hem.

De opbouw van het boek is heel slim. We plonzen in een ‘nu’ waarin Neon naar de badkamer gevlucht is, nét voor het moment dat hij en Aria hun eerste keer gaan beleven. Vanuit dat moment gaan we vierentwintig seconden en dagen en weken en maanden terug en beleven we dus een omgekeerde vertelling, die toch nergens verwarrend is. We leren hartverwarmende personages kennen: Neons vriendengroep, Neons vergeetachtige oma, Neons zus en Neons ouders. Anders dan in veel boeken bedoelen ze het – zoals zovelen van ons – altijd gewoon goed, en zijn het liefhebbende mensen, met natuurlijk hier en daar een flaw.  In een heerlijke stroom zwoesjt Reynolds ons dit leven binnen, en dat alles onder het gesternte van het PS van zijn dankwoord, waarin hij schrijft: ‘Zwarte jongens hebben ook recht op liefdesverhalen.’